Taipei ’24 – Dag 1 – 3: Verwarming in de subtropen?
Goedendag, lieve lezers!
Nu geen vijf weken Taiwan, maar tien. En niet één verhaaltje per dag, maar elke paar dagen één. Anders is het voor mij ook niet meer te doen, en dat vind ik niet leuk.
Misschien eerst even wat vragen beantwoorden:
Hoezo weer hier? Studie.
Hoe lang? Tien weken les, daarna twee weken vakantie.
Mochten jullie verder nog vragen hebben, dan zal ik die in de volgende stukjes beantwoorden. 🙂
Donderdag 4 april ben ik vertrokken uit Nederland. KL807, vertrek 20:20. Take-off van runway 18L. 11 uur en 55 minuten vliegen. Gelukkig heb ik dankzij een fantastische stoel waarop ik in kleermakerszit kon zitten zowaar een goede 5 uur geslapen. De andere 7 uur heb ik ook niet heel bewust meegemaakt. Op het eten na.
De vlucht viel me dus alles mee. Ongeveer 14:30 landde ik in Taiwan, runway 05L. Blijkbaar was het nogal druk, want het duurde nogal lang voordat we bij onze gate waren. En dat had niks te maken met dat het vliegveld van Taiwan groot is, want dat is het niet. Twee banen met een terminal in het midden. Overigens bewogen we ook voort met snelheid slak.
Op het vliegveld werd ik opgehaald door een klasgenootje. Samen gaan we de metro in en naar het appartement. Daar zijn al een stuk of acht andere klasgenootjes. Fijn dat er iemand is die met me mee loopt. Zal het zelf ook wel gevonden hebben, maar op deze manier is het wel echt een stuk relaxter dan in je eentje.
Gelukkig is het niet te warm. Ik ben mijn veertiggradentrauma nog niet kwijt, maar het valt me alles mee. Met een T-shirt en een dunne, zwarte, lange broek is het best te doen. Eenmaal bij het appartement dump ik mijn spullen in m’n kamer en ga ik weer mee met klasgenootje. Haar tante, die in Taiwan woont, neemt ons mee uit eten. Superlief, want ik heb eigenlijk best wel honger. En zo hoef ik dat niet zelf te regelen. Ik zie de tante in kwestie volgende week weer, dus een cadeautje (stroopwafels) geef ik dan.
Vrij gauw na het eten ga ik naar m’n kamer, douchen, even met thuis bellen (door de moeheid natuurlijk alles weer helemaal kut met peren vinden) en dan maar slapen. Ik besluit dat ik er voor 9 uur ’s ochtends niet uit mag. Ga je maar aanpassen aan deze tijdzone. Gelukkig heb ik daar geen moeite mee, want ik heb ook helemaal geen zin om uit bed te gaan.
Zaterdag 6 april
Dit is dag één. Van zesentachtig. Ik vind lang. Maar goed, ook dat komt goed. Om kwart over negen sta ik op. Eigenlijk ben ik best uitgerust. Van de douche knap ik op. Vervolgens stap ik naar buiten naar de FamilyMart. Daar bestel ik een medium zwarte koffie. Verder koop ik nog een paar stukjes appel en een boterham (ik denk: met ei).
Bij de FamilyMart is ook een tafeltje, dus daar ga ik zitten met de koffie. Die is natuurlijk, net als de vorige keer, ongelooflijk heet. Lang leve de doorgekookte koffie. Maar dat is beter dan géén koffie, dus aan de kookwaterkoffie we go. De boterham blijkt niet alleen ei maar ook kaas én mosterd te bevatten. Kaas hier is niet te vreten, en van mosterd hou ik sowieso niet. Ik spoel het weg met de koffie en wat water. De appel is dan maar het toetje, want dan ga ik in ieder geval op stap met een fijne smaak in mijn mond. Morgen maar een andere boterham.
Om 12 uur meld ik mij bij een tweedehands boekenwinkel(茉莉二手書店)(als je daar een ‘twee’ in denkt te herkennen – dat klopt, het karakter erachter betekent ‘hand’, dus zo maak je in het Chinees ‘tweedehands’). Mijn klasgenootje is ook bij die boekenwinkel. Wij zijn allebei fan van boeken (wij kunnen het lezen, dus wij vinden het leuk, onze andere klasgenootjes vinden we hier niet zo gauw denken wij). Ik koop er twee boeken met Taiwanese verhalen, mijn klasgenootje koopt ook wat.
Daarna gaan we richting de stad. Ik wil ook graag nog naar de nieuwe grote boekenwinkel die 24/7 open is. Die van de vorige keer is niet meer, die is failliet. Maar nu is er een nieuwe! Voordat we daar naar binnen gaan eten we eerst wat in het foodcourt. We bestellen eten en gaan met een beeper op zoek naar een tafel. Les geleerd, volgende keer éérst een tafel zoeken en dán bestellen. Want rond etenstijd moet je vechten voor een krukje waar je knieën hoger zitten dan je ellenbogen. Aziaten zijn klein, zeggen ze. Maar dit is bijna voor kinderen. Naja, beter dan niks.
In de boekenwinkel koop ik de Chinese versie van Wonka, naar de reeds verschenen film over het leven van Willy Wonka voordat hij zijn chocoladefabriek had. Ik koop ook nog de Chinese versie van Rupsje Nooitgenoeg, want die wilde ik – in de categorie klassiekers – graag hebben.
Na de boekenwinkel bezoek ik nog een Uniqlo voor korte slaapbroeken want die ben ik vergeten (prutser). Maar ze hebben er alleen afzichtelijke kleuren, echt niet om aan te zien. Dus dat koop ik niet.
Overigens, even iets over het weer:
Het is hier heerlijk. Tussen de 21 en 26 graden, met af en toe een briesje en af en toe en druppel. Prima te doen, alhoewel je soms ook wel een beetje warm wordt. ’s Avonds is het wel wat frisser, dan komt een dunne jas prima uit. Ook tegen de paar druppels die af en toe vallen, trouwens. Ik heb nog geen stortbui over me heen gehad (gelukkig). Zal wel niet meer lang op zich laten wachten.
’s Avonds eten we bij 鮮天下 (Sian Tian Sia), een tentje waar je losse gerechtjes kunt bestellen. Je kunt er redelijk gezond en heel goedkoop eten (denk € 2,50 per persoon voor een volledige maaltijd). We genieten er van dumplings en groente. Yum!
Zondag 7 april
Nou, zo weinig last ik heb gehad van de jetlag gister, zo veel vannacht. Tot drie uur kon ik niet slapen. Verschrikkelijk. Toch maar wekker om 9 uur, want maandag moet ik er ook op tijd uit. Dus lang doorslapen, daar heb ik alleen mezelf mee.
Ik heb afgesproken om met klasgenootje naar Tamsui te gaan. De boulevard noord van Taipei. Die boulevard lijkt veel verder door te lopen dan ik wist. Nou was dat van de zomer met veertig graden ook écht niet te doen, maar nu was het prima. We lopen door tot Fort San Domingo, een oud fort waar onder andere de Britse consul woonde zo rond de 19e eeuw.
Het is wel lunchtijd, dus we gaan eerst wat eten. Het nadeel van dit stuk van Tamsui is dat er alleen maar te duur niet lekker westers eten is. We zoeken toch maar een toko waar we ook Taiwanees eten kunnen krijgen, al dan niet tegen westerse prijzen. We komen ergens terecht waar je inderdaad voor ruim € 20 p.p. verplicht wordt een drankje, hoofdgerecht en toetje te consumeren. We accepteren ons lot maar – niet eten kan niet, en er is ook niks goedkopers in de buurt. We zitten heerlijk op een terras met een windje en uitzicht over het water. Als ik niet beter wist, dacht ik dat het zomervakantie was.
Over Fort San Domingo dan nog het volgende:
Wat een leefruimte! Prachtige vertrekken. Wel sober voor de Taiwanese medewerkers, maar je verwacht niet anders van koloniale machten (ja, het is ook van de Nederlanders geweest). Maar dan nog even dit: in elke kamer is een openhaard, tegen de kou. Het idiote is alleen dat het in Taiwan nooit écht koud is. Alleen toen de Britten dit bouwden hadden ze dat nog niet door (of zoiets…). Of ze konden het zich niet voorstellen. Naja, dit is waarschijnlijk een van de weinige gebouwen die meer verwarming heeft dan verkoeling in dit land. Gelukkig hangen er sinds 1941 wel wappers aan het plafond.
Na het fort bezocht te hebben lopen we terug naar de metro. Het is nog ruim een uur naar huis, gelukkig kunnen we zitten. We gaan even wouzen in onze kamers en ’s avonds met twee andere klasgenootjes uit eten. Om half negen ben ik weer thuis en gedoucht. Even kletsen met thuis, dat is altijd fijn.
Morgen om 9 uur melden op de uni. Met 9 mensen en 2 badkamers ben ik benieuwd of ik morgenochtend kan douchen. Naja, ik ben in ieder geval vanavond geweest, dus het is geen ramp als de badkamer morgen toch te vol is. Paspoort mee, want we krijgen een studentenkaart. Ik heb er al een pashoudertje voor.
Ik hoop jullie de volgende keer te kunnen vertellen hoe het schoolleven hier is. Vooralsnog zijn de vooruitzichten voor morgen: eerst studentenkaart ophalen, dan 10 minuten met een docent kletsen om te kijken of je capabel bent, dan anderhalf uur wachten op je klasgenoten, dan twee uur pauze, en dan nog allemaal sociale activiteiten doen met mensen die we niet kennen. Fan-tas-tisch. Zin an (not dus).
Ohja: mand!
🧺