Taipei ’23 – dag 2: Ga niet in het weekend naar Ximen(ding)
Het is zaterdag, dus de spits is wat minder heftig, en veel Taiwanezen genieten van hun vrije tijd. Eindeloze stromen mensen lopen langs met in hun handen allerlei soorten drinken, eten, tassen, en koffers.
Anyway, bij het begin beginnen. Deze ochtend schrik ik iets minder van de warmte als ik naar buiten loop om mijn haar te kammen. Went het? Beetje. Is het nog heftig? Hell yeah. Rond een uur of 11 begeef ik mij naar het hotel van Diet en dump daar mijn laptop omdat we hier vanavond nog even gaan wouzen. Helaas heeft Diet vandaag maar voor één persoon ontbijt: een soort lauwe cheeseburger. Dus ik moet mijn eigen eten regelen. Dat wordt een bezoekje aan een Family Mart.
We willen eerst graag de Longshantempel zien. Dat is een kleurrijke tempel waar Taiwanezen allemaal op hun eigen manier iets doen aan religie. De tempel is gebouwd ter ere van Guanyin, maar er zijn ook andere godheden die er vereerd kunnen worden. Ze staan netjes allemaal in hun eigen hokje, met naambordjes. Zo bid je niet tot de verkeerde. Aan waar de mensen staan kan je aflezen waar ze voor bidden, want iedere godheid heeft een eigen afdeling. Zo is er een god voor de vruchtbaarheid, waar jonge vrouwen voor staan.
We wandelen de tempel rond. Het is er best druk en natuurlijk verzengend heet. Gelukkig is de tempel niet al te groot, dus na een halfuurtje zijn we rond en vinden we het goed. We duiken weer een metrostation in en vinden daar een ondergrondse straat vol Chinesige dingetjes. Jut en Jul Toerist lopen er blij rond. Ik koop nog maar een hangertje van geknoopte munten voor het goede geluk, en ik krijg van Diet een theekopje met daarin een vis (als decoratie, ik ben geen dierenbeul). Op z’n toeristisch worden we goed in de gaten gehouden door de eigenaren van de winkels. Een mevrouw staat zo dichtbij dat ik niet niet naar haar t-shirt kan kijken. Daar staan allemaal willekeurige letters op. Zoiets: KJMQZDMLF. Drie regels ervan. Ik vind bijzonder. Zo zullen westerlingen met Chinese tattoos er voor de Taiwanezen ook wel uitzien. Op de broek van de mevrouw staat iets wat ik ietsje beter maar toch niet helemaal snap: BELIENE IN YOURSELF FURSELF. Kon er geen foto van maken, maar ik had dit ook niet zelf kunnen verzinnen, dus daar moeten jullie het maar mee doen.
Wij begeven ons met de metro naar Ximen, een winkelwandelwijk. Het is er teringdruk. Althans, dat vinden wij. Voor Taiwanese begrippen (in Taipei wonen 2,5 miljoen mensen) is het er rustig. Er loopt iemand voorbij die volledig is gekleed als kat. Buiten het feit dat het er apart uitziet (dat moet iedereen lekker zelf weten) lijkt het me verschrikkelijk heet. Verder zie ik dat er nogal in het openbaar objecten verkocht worden die ik eerder zou plaatsen op de Wallen in Amsterdam dan in Taipei. Maar goed, we zijn in Taiwan, niet in China. Ik vind het amusant en loop door.
Lunchtijd. Ik raadpleeg Google voor een cafétje waar wij zittend en rustig iets kunnen eten, want cafétjes zitten hier niet op de begane grond maar vaak via smalle gangetjes op de eerste verdieping. Die ga ik niet zomaar vinden.
Wij vinden Yami Café. Dat is me nog eens een belevenis. Smalle trap op, rechtsaf de deur door. Airco aan, gelukkig. Het is er wit. Witter dan de tanden van menig BN’er die in Turkije op tandenbleekvakantie is geweest. Er hangen kroonluchters met witte ledlampen waar je niet naar kan kijken, want dan springen je lenzen uit je ogen. Een medewerker bevestigt gauw dat wij met z’n tweeën zijn en maakt een tafeltje gereed. In de 15 seconden die dat haar kost moeten wij op een bankje tussen felgekleurde plastic bloemen gaan zitten. Die 15 seconden zijn voor ons genoeg om te zien dat we naast een levensgroot plastic wit paard zitten. Het paard heeft wel tuig om, maar dat zit verkeerd geknoopt. Het bit hangt op borsthoogte. Dat lijkt me niet de bedoeling, maar echtheid was vast niet de reden dat ze dat paard hier hebben neergezet. Nu ik dit schrijf vraag ik me af hoe ze dat paard in ’s hemelsnaam via die trap naar boven hebben gekregen. Het leek me geen paard dat je in mekaar kan zetten… Voor de andere details van het paard, bekijk deze foto maar eens goed:
We worden naar de tafel gewenkt. Diet moet vier tafels van tevoren al een afslag naar links nemen, want het is zo strak ingeruimd dat je niet tussen de tafels door kan lopen. Als we zitten aan een net zo witte tafel als de rest van het etablissement concluderen we dat er achter ons een kinderfeestje is. De kinderen hingen ondersteboven aan de banken en de ouders deden gezellig mee. Wat een geluid! Ook moeten onze tassen in bakken die dan weer onder de stoelen geschoven worden. Ik denk dat dat is zodat de bediening niet struikelt over tassen in de toch al nauwe gangetjes. We bestellen Korean Fried Chicken en een ijskoffie. Dat arriveert in deze volgorde: ijskoffie 1, bord eten 1, bord eten 2, en ijskoffie 2. Het smaakt allemaal best, alleen vind ik de rijst erbij niet zo lekker. Naja, kan gebeuren.
Hierna wandelen wij door The Red House. Geen idee wat ik ervan moet vinden. In mijn herinnering waren daar schattige kraampjes met leuke hebbedingetjes. Nu is het een soort museumwinkel. Allemaal van die thematische dingen die op zich best okay zijn maar eigenlijk te duur. Diet vindt nog wel wat kaarten met handgeschreven Chinese teksten. Ik denk dat de helft in het Taiwanees is, waardoor ik ze niet kan lezen. Zelfs mijn woordenboek op de telefoon kent de karakters niet. Diet koopt wijselijk twee kaarten die ik wel kan lezen. Op de ene staat ‘knuffel’, op de ander staat ‘brave’.
Ondertussen is het in Ximen zo mogelijk nog drukker (zie foto’s hierboven) dan ervoor en wij willen eigenlijk weer even ergens zitten. Dat proberen we in een warenhuis, maar dat gaat niet. Ik koop er nog wel wat papier om mee naar school te nemen maandag. Uiteindelijk gaan we terug naar Taipei City Hall om daar boven in een ander warenhuis een koffietentje te vinden waar we wel kunnen zitten. Daar lopen wat kinderen rond met mandjes met opgerolde briefjes. De kindertjes zien nog niet dat wij ‘waiguoren’ zijn (buitenlanders) en komen naar ons toe en beginnen te praten. De ouders die erbij lopen fluisteren de kinderen gauw toe dat wij ze waarschijnlijk niet verstaan omdat we hier niet vandaan komen en dat ze beter naar iemand anders toe kunnen gaan. Dat ontkracht ik met wat Chinese klanken en wij mogen een briefje pakken. Superschattig! We bedanken de kindertjes en ze gaan weer terug naar hun knutselplekje waar ze de briefjes zitten uit te knippen.
Wij zijn klaar met de dag. We hebben eigenlijk geen honger maar ik heb zo’n idee dat dat door de warmte komt en dat we eigenlijk wel moeten eten. Dus wij nemen de metro terug naar Diets hotel en vinden daar een tent waar we een noedelsoepje eten. Mijn gedachte blijkt te kloppen en we eten onze soep allebei op. Daarna doen we nog een flitsbezoekje aan een 7ELEVEN om wat water te kopen voor vanavond. Weer te weinig gedronken, dus dat moet gecompenseerd. Ik geef mezelf een stok achter de deur: ik mag niet naar huis voordat ik de fles op heb. Normaal doe ik niet aan compensatiegedrag, maar dit is een uitzondering.
Mingtian jian! (Tot morgen!)