安雨雯 Annekee

安遊記

ān yóu jì · travel notes van Annekee

Taipei ’24 – Dag 80: Busfrustratie

Zondag 23 juni

Vandaag moeten we het mooie 高雄 Kaohsiung achter ons laten. Jammer, want ik vind het een mooie, goed opgezette, gave stad. Het is een stad die mij echt een vakantiegevoel geeft. Misschien helpt het dat het allemaal heel dicht bij de zee ligt en dat de gebouwen niet zo hoog zijn. Een open gevoel: ik word er blij van!

Met de metro verplaatsen we ons naar 新左營 Xinzuoying, het station waar we op de HSL richting 嘉義 Chiayi stappen. Het is maar een halfuurtje, niet zo lang. Maar te lang om leuk te zijn met een lokale trein, dus lang leve deze trein die harder rijdt dan dat wij mogen vliegen in onze Tecnams en Robins. 🤓

Als we in 嘉義 Chiayi ingecheckt zijn in gaan we naar het station om daar kaartjes te kopen voor het toeristentreintje naar 阿里山 Alishan. Dat station door is al een opgave op zich: er is bijna helemaal niets meer in letters hier. Ik kan het wel lezen, maar het duurt even voordat ik alle info in me heb opgenomen. Een bordje vertelt mij dat we een passagekaartje moeten trekken en zo van de ene naar de andere kant kunnen gaan. Dat is nodig, want wij zijn aan de ene kant en, je raadt het al, de kaartjes voor het treintje worden aan de andere kant verkocht. Naja. Na even zoeken trekken we ergens een passagekaartje uit een automaat en stappen zelfverzekerd de brug op die ons naar de andere kant brengt. Het blijkt dat je om dit station niet eens heen kunt lopen – het middenstuk is gewoon een grote bouwplaats.

Dan het kaartjes kopen.

Wat een gedoe.

Alleen nog kaartjes voor de heenreis.

“Ja, dan kan je terug met de bus.”

(Kutzooi.)

Nou ja, dan maar twee kaartjes voor naar boven. En uitzoeken hoe we met die bus beneden komen.

In een van de convenience stores proberen we kaartjes te kopen voor bus in kwestie. Voor ons staan twee mensen met hetzelfde probleem maar het oplossingsvermogen van een pinda. Ze staan te hannessen met de machine die buskaartjes zou moeten kunnen uitspuwen en houden een goede twintig minuten de medewerkers van de desbetreffende convenience store van hun werk. Wij proberen het uiteindelijk maar bij de convenience store aan de andere kant van de taxiplaats. Dat lukt ook niet. (Ja, ik snap het gehannes van de mensen wel enigszins, maar niet zó lang, en zó verbaasd, want dan ga je toch andere vragen stellen dan “kan je me helpen,” daarop een “wat wil je” krijgen, en het vervolgens niet uitleggen? Mening. Ja.)

Uiteindelijk vraag ik aan een van de mensen in de winkel of je niet gewoon kan inchecken met je EasyCard bij die bus. Dat kan. “Hoeveel kost dat ongeveer?” “250 NTD”. En geregeld. Nog steeds kut dat we met een bus moeten, maar goed. Nu weten we in ieder geval waar we aan toe zijn.

Daarna gaan we wat eten in een food court. Lang leve de Shin Kong Mitsukoshis in Taiwan. Een Japanse keten aan winkelcentra, maar het maakt niet uit welke je instapt, ze hebben allemaal een food court met goed eten. Weer zitten we aan Koreaans geroosterd vlees, het smaakt ons goed. 😋 Ik koop iets te drinken bij de supermarkt en we’re all set!

Met onze magen vol gaan we richting een Japans wijkje binnen 嘉義 Chiayi. De details van het wijkje bespaar ik je, ik bespreek het kort. Ja, de huisjes staan er. Ja, ik zie dat het Japans is. Maar elk huisje is volgeplempt met een veel te dure, veel te ‘nieuw’ gemaakte winkels. Dus eigenlijk is er geen fuck aan.

Maar dan, hoe we er gekomen zijn. Met de bus.

Heb ik al gezegd wat voor een grafhekel ik aan bussen heb? Nee? Nou, bij deze. Het hele concept ‘stadsbus’ kan me gestolen worden. Wat een ongelooflijk slecht idee. Het is kut om erin te zitten (zwiept alleen maar heen en weer) en heeft nog meer redenen om te laat te komen dan een NS-trein.

Maar goed, er is hier niks anders dan een bus. Ik zoek een route op. We moeten terug naar ‘t station. Eenmaal daar vind ik een andere bus (het is inmiddels een halfuur later) en die blijkt langs het winkelcentrum te rijden waar we net vandaan komen. Nou, lieve lezers, dat was het moment dat ik er even helemaal klaar mee was. Het is teringwarm in dit land, je loopt tweemaal een halfuur, moet busstations zoeken die je ook niet kunt vinden behalve als je er een radar voor hebt, de busnummers zijn compleet logicaloos en dus niet te onthouden, ze hebben ook nog niet eens allemaal dezelfde vorm, en niets is in letters, dus ondanks de welwillendheid van Marc om me te helpen, is dat nu gewoon onmogelijk.

Na een goed halfuur flinke frustratie (en de daarbij komende extra hitte natuurlijk) zitten we in een bus naar het Japanse dorpje.

Naja, daar heb ik van binnen kunnen afkoelen, want heel enerverend was het niet.

Morgen maar met het treintje.

Nou moet ik zeggen dat ik de dag wel goed heb afgesloten. ‘s Avonds in het hotel deed ik namelijk nog maar even iets waarvan ik ook dacht dat ‘t geen zin zou hebben: online kijken of er niet toch treintickets waren voor de weg terug. En ja hoor, nog vier! Ik heb nog nooit zo snel m’n paspoort en creditcard gepakt om twee treintickets te bemachtigen. Alles om morgen niet te bus van de berg af te hoeven! En weten jullie wat: het lukte gewoon. Dus we kunnen morgen alles met de trein doen.

Winnen!

Van links naar rechts: Japans dorpje, Japans dorpje, passerende locomotief van het Alishantreintje

🧺