Taipei ’23 – dag 13: Grote woei
In de categorie meldingen hoe het met mij gaat: nou niesen, niesen, en nog meer niesen. Zucht…
Vannacht heeft het heel hard gestormd. Zo hard dat ik regelmatig wakker werd met een droom waarin de stormgeluiden enige rol speelden. Als je dan wakker wordt heb je best moeite om uit te vogelen of die geluiden nou je droom zijn, echt zijn, of allebei. De regen sloeg tegen het raam. Best enge geluiden, en totaal niet “hoor de wind waait door de bomen”-gezellig.
Nou, deze dag is ook naar de gallemiezen. Ik hang de hele dag maar wat op bed omdat ik alleen maar kan niesen en hoesten. Ik heb medelijden met mijn zakdoek. Stom dat ik er maar eentje heb meegenomen. Zodra ik niet meer elke tien seconden nies gaat ‘ie linea recta de was in, met een hoop zeep.
Het eigenlijke doel van die zakdoek meenemen was ook niet om ‘m vol te niesen. Ik heb namelijk Koekie mee, dat is een klein knuffeltje dat ik al heb sinds ik heel klein ben. Koekie is inmiddels erg… op leeftijd. Dus die moet goed beschermd worden. Om ervoor te zorgen dat hij de reis hier naartoe goed zou doormaken had ik hem met veel zorg en liefde in de desbetreffende zakdoek gewikkeld en vervolgens in een dichtgeritst etuitje gedaan. Koekie, ik beloof je dat als we weer naar huis gaan, dat ik je dekbed verschoond heb…
Eigenlijk nies ik alleen niet als ik recht op m’n rug lig. Toen ik klein was en ziek was vond ik dat altijd het verschrikkelijkst: in bed moeten blijven liggen omdat je ziek bent. Gelukkig hoefde dat van pap en mam nooit. Ik zat lekker op de bank TV te kijken, of een spelletje te spelen. Toen was dat ook wel te doen.
Nu is dat geen optie, omdat ik me gewoon echt te beroerd voel en alles ondernies. Leuk dat je rechtop kan gaan zitten om een spelletje op de Switch te spelen, maar als je vervolgens weer schoonmaakspul kan gaan kopen omdat je al het snot van je spelcomputer af mag poetsen, schiet dat eigenlijk niet op. Denk ook dat het deze kamer ten goede komt geheel gedesinfecteerd te worden na mijn vertrek op 20 augustus. Maar goed, da’s niet mijn probleem. Ik houd de boel hier zo schoon (of zo vies) als ik zelf okay vind. En dat betekent nu dat mijn bureau volgestapeld ligt met een eindeloze hoeveelheid rotzooi.
Nou moet ik wel boodschappen doen, dus ik ga maar douchen. Als ik beneden kom blijkt het nog steeds enorm hard te regenen en te waaien. Iets met een tyfoon. Wist ik wel, maar ik had er eigenlijk nog geen voorstelling bij. Het regent zo hard, daar kan je echt niet doorheen rennen, ook niet als de supermarkt maar 100 meter van je verwijderd is. Ik aanschouw het tafereel. Uit het appartement tegenover mij komt een mevrouw die mij verbaasd aankijkt. “Hoezo heeft die geen paraplu bij zich? Is die wel goed?”
Nou ja, nee dus. Maar op een andere manier dan mevrouw waarschijnlijk denkt.
De regen wordt heel eventjes minder en ik grijp mijn kans. Omdat ik ook niet zeiknat wil regenen (gevalletje: been there, done that) sprint ik de 100 meter naar de supermarkt en duik naar binnen. Gelukkig, ze verkopen er ook paraplu’s. Daar hoopte ik al op. Het kan ook eigenlijk niet anders, want ze verkopen hier overal paraplu’s. Ik stop er eentje in mijn mandje die ook UV-stralen schijnt te weren. Dat is mooi, want dan heb ik als het weer heel mooi weer is en ik me beter voel ook permanent mijn eigen schaduw bij me. Ook nodig hier.
Verder koop ik nog wat noedelsoep en ander etenswaar. Thuis doe ik mijn lenzen uit, pyjama aan, en ga op bed liggen. De rest van de middag doe ik helemaal niks, behalve periodiek paracetamol doorslikken. Ben dit gedoe redelijk zat. Ik had eigenlijk gehoopt er wat beter aan toe te zijn, maar vandaag was weer helemaal niks. Hiervoor ben ik hier niet! Maar goed, nu naar huis gaan is ook niet echt een optie. Tegen de tijd dat ik thuis ben, ben ik weer beter, en dan had ik net zo goed hier kunnen blijven. En in deze staat 17 uur in een vliegtuig zitten lijkt me ook echt hels. Ik blijf maar op bed hangen, en hoop dat veel slaap me helpt.
Tot morgen!